Waterbom Voeren 2024

Op 17 mei 2024 lijkt in de Voerstreek net ten zuiden van Zuid-Limburg een soort waterbom te zijn gevallen, met overstromingen en veel schade in oa Voeren en Moelingen. Radarbeelden tonen neerslaghoeveelheden van ruim 60 mm in 30 minuten en tot 20 mm in 5 minuten. De gevolgen waren ook in Nederland merkbaar omdat o.a. campings bij Gulpen en Slenaken ontruimd moesten worden.

Onderwerpen
Impact op het gebied
Stresstest
Vergelijking KNMI radarproducten
NETATMO registraties

Figuur 1: 30 minuten neerslaghoeveelheden (MFBS radar), (periode 18:30 tot 20:30 CET = 16:30 tot 18:30 UTC).

De bui is van Oost naar West iets zuidelijker dan de grens met België getrokken. Over het gebied van Vaals tot aan Slenaken heeft het geregend op het stroomgebied van de Geul en Gulp. Over het gebied meer westelijk daarvan regende het op het stroomgebied van de Voer en de Berwijn (Figuur 1).

Volgens de REcor radardata zijn 30-minuten neerslaghoeveelheden geregistreerd tot ruim boven de 70 mm en dat is heel uitzonderlijk. In veel stedelijke gebieden gaat het al mis boven de 20 mm in 30 minuten, vooral in geaccidenteerd of hellend gebied. De MFBS radardata laten veel lagere, waarschijnlijk realistischere, 30 minuten waarden zien (Figuur 1), in 1 radarvak meer dan 30 mm per 30 minuten.

Impact op het gebied

Forse 30 minuten hoeveelheden werden op de Voerstreek geregistreerd, in het stroomgebied van de Voer, die net onder Eijsden uitkomt in de Maas. Het zwaartepunt van neerslag viel in het stroomgebied van de Berwijn die nog wat zuidelijker uitkomt in de Maas.
De kernen Moelingen langs de Berwijn en Voeren langs de Voer werden zwaar getroffen door wateroverlast, zie ook VRT nieuws: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/05/18/overstromingen-wateroverlast-voeren-moelingen-luik

Uit de berichtgeving in het VRT nieuws komt naar voren dat het gebied van de Berwijn zwaarder getroffen is dan het gebied van de Voer. Dit komt overeen met de radarbeelden die aangeven dat het zwaartepunt van de bui wat zuidelijker lag dan de gemeente Voeren. Toch noemt de burgemeester van Voeren de overlast nu groter dan in 2021.

Watersystemen zijn vaak minder gevoelig voor dit soort lokale extreme neerslaghoeveelheden omdat maar een deel van het stroomgebied zwaar wordt getroffen. Dit geldt hier met name voor het stroomgebied van de Geul in Nederland omdat de bui vooral over België trok. Voor de Voer en de Berwijn ligt dat anders omdat het hier gaat om kleine stroomgebieden. Het stroomgebied van de Geul/Gulp werd maar gedeeltelijk getroffen maar hadden toch al te maken met (bijna) overstromingen.

Figuur 2: 1440 minuten neerslaghoeveelheden (MFBS radar) einde dag

Figuur 2 laat zien dat het minder extreme deel van de bui is gevallen op het stroomgebied van de Geul en de Gulp. Het gevolg was toch dat enige campings langs de Geul en Gulp zijn ontruimd. De camping bij Cottessen aan de Belgische kant ligt laag maar is net niet ondergelopen.

Stresstest

Kortom we hebben in Nederland weer geluk gehad! Als de kern van deze bui, zoals die is geregistreerd, het centrum van Maastricht had getroffen dan waren de gevolgen niet te overzien geweest. Deze bui is daarom een mooie stresstest voor het huidige klimaat. Voor het toekomstige klimaat mogen we voor de korte duren rekenen met een 1,5 keer zwaardere bui.

De trend in het nieuwe klimaat is dat de oppervlakte van gebieden met extreme neerslag groter gaan worden. Het stroomgebied van de Geul/Gulp is klein genoeg om heel veel last te hebben van de gevolgen van dit type buien.

In 2021 was het regengebied veel omvangrijker dan nu. Het gebied van de Geul werd toen vol getroffen aan de rand van een enorm regengebied. De kern met de zware neerslaghoeveelheden lag toen veel zuidelijker in de Ardennen. In die gebeurtenis regende het veel minder hard maar het regende wel veel langer. Het nachtmerrie scenario is daarom een bui zoals de waterbom in Voeren die het stroomgebied van de Geul vrijwel volledig treft.

Vergelijking KNMI radarproducten

De 30 minuten hoeveelheden in de radarbeelden zijn zeer extreem. Voor een extreem moment in de bui (17:45 UTC = 19:45 CET) is een vergelijking gemaakt tussen de 4 radarproducten van het KNMI:
a- RTcor = Real Time analysis, beschikbaar kort na het moment zelf
b- REcor = Early Reanalysis, beschikbaar een dag later
c- RFcor = Final Reanalysis, beschikbaar circa 2 weken later
d- MFBS = klimatologische set, beschikbaar circa een maand later

Figuur 3a: RTcor 30 minuten neerslaghoeveelheden om 17:45 UTC = 19:45 CET.
Figuur 3b: REcor 30 minuten neerslaghoeveelheden om 17:45 UTC = 19:45 CET.
Figuur 3c: RFcor 30 minuten neerslaghoeveelheden om 17:45 UTC = 19:45 CET.
Figuur 3d: MFBS 30 minuten neerslaghoeveelheden om 17:45 UTC = 19:45 CET.

De verschillen tussen de 4 radarproducten van het KNMI zijn groot:
– Het RTcor product week tijdens de ramp van 2021 enorm af van de werkelijkheid. Bij deze bui ziet het beeld in figuur 3a er nog redelijk geloofwaardig uit.
– Het REcor radarbeeld is weergegeven in figuur 3b. In een vlak van 11 radarvakken (11 km2) zijn 30 minuten sommen geregistreerd van meer van 62.5 mm. Dat zijn heel bijzondere hoeveelheden die we in de lokale regenmeters niet zijn geregistreerd.
– In het RFcor beeld is het een vlak van 11 radarvakken met 30 minuten sommen boven de 62.5 mm gereduceerd tot 2 radarvakken (Figuur 3c). Dat is bijzonder omdat RFcor vaak een aanscherping geeft van meer extremere korte duren. Dat reducerende effect komt ook weer niet geheel onverwacht omdat die REcor waarden al zeer extreem zijn.
– Het MFBS beeld toont beduidend lagere waarden dan de REcor en RFcor beelden. Bij de MFBS 30-minuten waarden overschrijden slechts in 1 radarvak de 30 mm per 30-minuten. Het MFBS beeld lijkt hier het meest realistische, net zoals bij de extreme buien in 2023.

Voor een analyse van een situatie kort na een bui zijn de RTcor beelden niet zo interessant. RTcor is belangrijker voor afvoerprognoses tijdens een bui.
Het REcor product is juist belangrijk voor de analyse kort na een bui. In deze situatie geeft REcor de meest extreme waarden die twijfelachtig zijn om die waarden enorm afwijken van de registraties in regenmeters.
Het RFcor product zou eigenlijk de hoogste nauwkeurigheid moeten geven. Het is wat minder extreem dan REcor maar veel extremer dan RTcor. Ook de RFcor waarden wijken nog sterk af van de regenmeters.
Het MFBS product lijkt hier het meest betrouwbare beeld te geven. De uitschieters per 5 minuten zijn hier sterker gedempt en lijken meer op normale waarden.

NETATMO registraties

Ter controle van de zeer extreme radardata maken we een vergelijking met de NETATMO registraties in grondregenmeters. De Voerstreek is dunbevolkt en het aantal NETATMO regenmeters is daardoor beperkt (Figuur 4a)

Figuur 4a: Overzicht NETATMO registraties in en onder de Voerstreek in België.

Het is opmerkelijk dat de extreme 30 minuten waarden uit de radardata op geen enkele manier is terug te vinden in de NETATMO registraties. Het is goed mogelijk dat er verschillen zijn tussen radar en regenmeters. Maar de registratie van de 30 minuten waarden in de regenmeters wijkt enorm af van de radardata. Grofweg bekeken liggen maximale 30 minuten waarden die zijn geregistreerd met de NETATMO regenmeters een factor 3 lager dan van de radardata. Dat geeft te denken.

Figuur 4b: Overzicht NETATMO registraties in en onder de Voerstreek in België, met het detailverloop van de meest extreme neerslag in Blegny

De regenmeter met de meest extreme neerslagregistratie ligt wat zuidelijker in het gebied in Blegny (Figuur 4b). Het 5-minuten verloop van de neerslag ziet er plausibel uit. Ter vergelijking kijken we naar het meest extreme 5-minuten verloop van de neerslag berekend voor het radarvak in de buurt van Neufchateu.

Figuur 5: Verloop 5-minuten neerslag berekend voor radarvak 585432.

De radardata van vak 585432 laat een 5-minuten waarde zien van ruime 20 mm in radarvak 585432 (Figuur 5). Voor dit vak is een 30-minuten waarde van 68 mm, een 60 minuten waarde van bijna 80 mm en een 3 uur waarde van bijna 90 mm berekend.

Het 5-minuten verloop van radarneerslag en regenmeter registratie is voor een grootste deel van de tijd goed vergelijkbaar, met uitzondering van die 5-minuten piekwaarden die tot ver boven de 5 mm neerslag reiken.

Het is goed mogelijk dat de radar analyse hier niet goed heeft gefunctioneerd. Het is ook opmerkelijk dat de final reanalysis de extremen naar beneden heeft bijgesteld ten opzichte van de early reanalysis. Dat gebeurt niet vaak. Toch komen de finale piekwaarden niet in de buurt van die geregistreerd door de NETATMO regenmeters.

Principieel is het mogelijk dat een NETATMO regenmeter bij extreme neerslagpieken een onderschatting geeft van de werkelijkheid. Dan zou je kunnen denken aan 10 – 25% onderschatting van een 5 minuten waarde. In deze situatie is een dergelijke onderschatting geen goede verklaring voor de extreme uitschieters in de radardata.